Twee boeken las ik sinds mijn laatste 'leesvoer' post.
De éne van een fel gemediatiseerde auteur. De ander van een, naar mijn bescheiden mening voor niet lang meer, onbekend talent. Mochten ze met mekaar moeten battelen, dan wint het onbekend talent voor mij met grote voorsprong.
Boek 1: De laatkomer van Dimitri Verhulst. Een roman over een man die zijn dementie veinst om van zijn zeurend vrouw af te zijn en zo opgenomen wordt in een rusthuis . De insteek vindt ik geniaal, het boek echter heel flauwtjes. Toegegeven, het leest als een trein en er zitten erg grappige en spitsvondige passages in die ik, werkzaam in de ouderenzorg, wel kon smaken. Maar het is een erg dun boek en om die reden had ik het uit nog voor het verhaal goed en wel begonnen was.
Boek 2: De kinderen van Calais van Lara Taveirne. Debuutroman over twee hartsvriendinnen die zelfmoord plegen door zich van de kliffen van Whissan te storten.
Ik begon erg sceptisch aan dit boek, ik vroeg me af of zo'n jonge schrijfster °1983, voldoende levenservaring had om een literair werk neer te zetten. Ik vreesde dat het clichématig zou geschreven zijn. Niets is echter minder waar, het is gewoon een heel mooi boek, met een heel mooi verhaal en prachtige zinnen, haar taal is kleurrijk en origineel. Na een tijdje evalueerde ik de schrijfster niet meer en verdronk in het boek en het leven van de twee meisjes Violaine en Lillith.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten